Het konijn is eigenlijk een exoot in Nederland, maar belangrijk voor het duinbehoud
Het konijn is eigenlijk een exoot in Nederland, maar belangrijk voor het duinbehoud Foto: Thomas van der Es

Boswachtersblog - Konijn belangrijk voor Texels duin

Natuur

Rond de vuurtoren is een mooi duin uit ‘grootmoeders tijd’ te vinden. Mooie hellingen vol rendiermosjes en duinviooltjes, her en der een zingende tapuit en overal kleine, bruine konijnenkeutels. Na een winter is mooi te zien hoe de wind weer grip heeft gekregen op de stuifkuiltjes. Vanaf die plekken en vanaf het brede strand waait zand het duin in. Om te voorkomen dat de boel snel dichtgroeit, helpen konijnen met het open houden van dit mooie, karakteristieke landschap.

Exoot uit Frankrijk

Aan het einde van de dertiende eeuw werden vanuit Frankrijk naar heel Nederland konijnen gebracht. De soort werd ingebracht voor de jacht. Het vlees en de huiden werden gebruikt. Op Vlieland en Texel werd halverwege de veertiende eeuw intensief op konijnen gejaagd. Men noemde het ‘konijnenbedrijf’ en er werd ingezet op maximale groei van de knaagdieren. Dat ging zo hard, dat de duinen massaal werden begraasd en vergraven. Er waren zo extreem veel konijnen, dat de vegetatie deels verdween en het duinzand alle kanten op waaide. Dat kwam niet alleen door de beestjes zelf. Ook het overbegrazen van de duinen, het uitgraven van konijnenholen en het steken van helm zorgde voor ‘zandoverlast’. Hierom werd het konijn eeuwenlang uitgemaakt voor plaagdier.

Ingeburgerde duinbeheerder

Inmiddels ervaren wij, boswachters van Staatsbosbeheer Texel, de konijnen als waardig ingeburgerde duinbeheerders. De dieren zijn van groot belang om de duinen afwisselend en (bio)divers te houden. De populatie op Texel heeft, net als elders in Nederland, de afgelopen decennia regelmatig te maken gehad met de dierziekte myxomatose. Een akelige ziekte die voor hoge sterfte kan zorgen. De laatste jaren zijn hier gelukkig geen grote uitbraken geweest. De duinen, die door het ontbreken van dynamiek en de invloed van onder andere stikstofdepositie blijvend verruigen en vergrassen, hebben baat bij konijnen. Ze grazen aan het duinriet en de zandzegge, waardoor op de bodem weer licht kan komen voor kleine duinbloemen, zoals het kandelaartje en het duinviooltje. De konijnenpopulatie op Texel wordt gevolgd via een meetnet. Al vele jaren tellen boswachters middels de zogenaamde ‘koplamptelling’ dieren op een vaste route in een vaste periode van het jaar. Dit gebeurt gelijktijdig in het hele land. De Zoogdiervereniging kan zo bijhouden hoe de konijnenpopulatie in Nederland verloopt.

Holenbroeders

Op Texel ontbreken grondpredatoren. Dat is een fijn gegeven voor allerlei grondbroedende vogelsoorten. Texel is met recht nog een eiland. Eidereenden, meeuwen, wulpen en zelfs lepelaars broeden hier op de grond. Iets veiliger is het voor sommige soorten in een holte. Op Texel broeden bijvoorbeeld, nagenoeg, alle tapuiten in (verlaten) konijnenholen. Een vogelsoort die superzeldzaam is geworden in Nederland. Ook holenduiven, kauwtjes en bergeenden leggen hun eieren in de door konijnen gegraven gangen. Een bijzonder Waddenfenomeen!

Tekst en foto’s: Thomas van der Es, boswachter ecologie, Staatsbosbeheer Texel