Dit artikel is geschreven door
Henk Cornelissen

Steenmarter op Texel? Niets aan te doen!

In de gemeenteraad werd onlangs gesproken over een steenmarter, die op het eiland zou zijn waargenomen, zelfs door camera’s zou zijn geregistreerd. Een steenmarter hoort op het eiland niet thuis en het is niet waarschijnlijk dat, mocht het inderdaad zo zijn, het dier op eigen kracht Texel heeft kunnen bereiken. Dan is het dus meegelift of een handje geholpen.

In beide gevallen hoeft Texel er niet gelukkig van te worden. Reden waarom de fractie van de PvdA er aandacht voor vroeg bij het gemeentebestuur. Steenmarters zouden een slachting onder de weidevogels kunnen aanrichten. Daarvan zijn er vele op Texel en van meerdere soorten is de stand zorgelijk.

Invasieve exoten

Op Texel leven meerdere invasieve exoten, bijvoorbeeld de nijlgans, en daarover wil wethouder Rikus Kieft binnenkort in gesprek met de provincie, die over het wildbeheer en de natuurbescherming gaat, zo liet hij aan de raad weten. Burgemeester Michiel Uitdehaag stelde daarbij vast dat Texel een uniek ecosysteem heeft, dat nog niet bij wet is beschermd.

Bestrijden onmogelijk

Er zijn momenteel echter geen mogelijkheden om de steenmarter te bestrijden. In het oosten en zuiden des lands komt het roofdier veel voor en het bezorgt de mensen daar veel overlast, bijvoorbeeld doordat hij zich in spouwmuren vestigt, waardoor schade aan woningen kan ontstaan. Bij wet is het verboden steenmarters te doden of zelfs maar te verstoren of te verjagen. “Hier staan enorme hoge boetes op en mogelijk zelfs gevangenisstraf. Het overtreden van de Wet Natuurbescherming valt onder de economische delicten, waarvan de boetes tot in de tienduizenden euro’s kunnen oplopen”, aldus het gemeentebestuur, dat navraag heeft gedaan.

Het college is, samen met Texelse terreinbeheerders als Staatsbosbeheer en Natuurmonumenten, van plan er iets aan te doen. In de natuurbeheerplannen zou moeten worden opgenomen dat soorten die van nature niet op de Waddeneilanden voorkomen, mogen worden vervangen en verwijderd. Daarover moeten ze in gesprek met de provincie. “In hoeverre het mogelijk is om dit op korte termijn te realiseren is op dit moment niet bekend”, aldus het college.