Elisabeth,

Misschien is het je ontgaan, maar vandaag – 2 februari – is het 21 jaar geleden dat onze koning, toen nog kroonprins, in het huwelijk trad met zijn Argentijnse vlam. Het is niet erg, ik was me er ook niet meteen van bewust bij het ontwaken. Maar soms zoek ik op het internet naar dingen die ‘vandaag’ zijn gebeurd in een vorig jaar. Bijvoorbeeld op zoek naar een kapstok waaraan we onze wekelijkse tweespraak kunnen ophangen.

De traan van Máxima, wier vader vanwege een vorige dienstbetrekking niet welkom was bij de plechtigheid, werd wereldnieuws. Het druppeltje ging lopen toen Carel Kraayenhof de tango ‘Dag Pappie’ speelde. Wat mij vooral bijbleef was de schitterende registratie per televisie. Natuurlijk, het mocht wat kosten, maar dan nog moest regisseur Rudolf Spoor op tijd aan de juiste touwtjes trekken. Gelukkig deed hij dat. Warme gevoelens voor het koningshuis werden er bij mij niet door aangewakkerd. Het is eigenlijk raar dat je staatshoofd kunt zijn, enkel door ergens te zijn geboren.

Moet het dan maar weg, dat koningshuis? Ach, eens interviewde ik in mijn toenmalige werkgebied een ondernemer, die net terug was van een handelsmissie naar het buitenland, door ons staatshoofd geleid. En daar zag hij voor de koning deuren openzwaaien die voor een president gesloten zouden zijn gebleven. Wat de Oranjes ons kosten, verdienen we in zijn ogen wel weer ergens terug, is zijn stellige overtuiging.

Ik wil wel eens ‘Leve de republiek!’ roepen, als iets ongemakkelijks over ons vorstenhuis de krant haalt. Een zomerverblijf op een verkeerde plek, een vakantiereisje terwijl wij aan corona lijden, een lijk uit de kast van Opa of een schaamteloze neef die niet alleen huisjesmelker is maar ook lawaaierige auto’s door de duinen mag laten racen, terwijl aan de andere kant van de zeereep de garnalenvisserij wordt omgebracht. Edoch, hij heet Bernhard. Dan mag je dingen.

Maar er is dus ook een andere kant. Daarom fluister ik af en toe zachtjes: ‘Leve de koning', als Carolina naar ‘Blauw bloed' zit te kijken. En vergelijk de Oranjes eens met de vrieskist die Buckingham Palace heet! De onzen doen in elk geval hun majesteitelijke best om er iets van te maken en het volk van enig nut te zijn. We hadden zomaar een mafkees als president kunnen hebben en je kunt hun niet kwalijk nemen dat ze niet weten hoe gewone mensen leven. Daar heb je geen idee van, als je met je kont in de boter bent gerold, zoals Texelaars in zo'n geval zeggen. Ja, mijn inburgering op jouw eiland begint vorm te krijgen.

Groet, Henk