Henk,

‘Dat mag wel in de krant!’ dacht ik toen mijn ouders me vorige week hun laatste nieuwtje vertelden. Ze krijgen namelijk, na vijfentwintig jaar lang doorgezakt te hebben, eindelijk nieuwe banken. Er was altijd wel een smoesje om het uit te stellen. ‘De katten krabben ze toch kapot’, was het voornaamste. Dat is ook zeker gebeurd met de oude banken, ‘maar als je er een kleedje over legt, ziet niemand dat’. Mijn moeder vertelde me dat, toen ze Lucas liet zien dat er een gat in de zijkant van de bank zat, hij mijn vader verbaasd aankeek en zei: “Wist jij dat?”

Een eigenzinnige familie heb ik zeker wel. En omdat een aantal mensen dit jaar een rond getal bereikt, onder wie ik zelf, hadden we een familieweekend gepland. Ik probeer er zelf maar niet elke dag aan te denken, dat ik volgende maand toch echt onder ogen moet komen dat mijn jeugd definitief voorbij is. Maar goed, een weekendje weg met de familie is geen straf.

Mijn middelste broer had alles tot in de puntjes gepland, hij had spreadsheets gemaakt met activiteiten en opties voor het avondeten. Want als je met tien volwassenen en drie kinderen bent, is het wel handig van te voren dingen te plannen. In eerdere edities van het familieweekend gebeurde het wel eens dat er een halve dag gediscussieerd werd over wat we dan zouden gaan doen of eten. En ik moet toegeven dat de geplande versie echt gesmeerd verliep. Totdat wij zondagmiddag gezellig even een stukje gingen wandelen, naar het middelpunt van Nederland. Dat hebben we wel bereikt en het was middelmatig indrukwekkend. Een steen op een berg. Zo’n bergje vind je in Nederland niet veel, dus dat maakte het nog wel leuk. Maar daarna gingen we nog even een ommetje maken. Dat verliep eerst heel gemoedelijk, door het bos, langs de koeien, naar een zandvlakte. Maar daarna ging het mis.

Mijn jongste broer dacht dat we wel een klein stukje door de ongerepte natuur konden lopen, want dat was korter. En er was een ‘pad'. Dat hebben we een stuk gevolgd, tussen de prikkelplanten en de uitgedroogde en omgewaaide berenklauw. Mijn oudste nichtje en ik hadden een beetje het gevoel dat we ‘down the rabbit hole' waren gevallen en in Alice in Wonderland waren beland. En niet op een goede manier. En het ergste was eigenlijk ook nog, dat, na een half uur lopen met gevaar voor eigen leven, want er waren ook nog allerlei losliggende stenen waar je naar over kon vallen, het ‘pad' ophield. Toen zijn we toch maar teruggegaan. Toen we bij de zandvlakte terugkwamen, dacht ik: ‘Dat mag wel in de krant!'

Groeten, Elisabeth