Frans Coevert: “Ik word blij als ik een ander kan helpen”
Frans Coevert: “Ik word blij als ik een ander kan helpen” Foto: Pepijn Dros

Dit artikel is geschreven door
Pepijn Dros

Pepijn Dros is redacteur van onder meer Texel dit Weekend en de Vakantiekrant.

10 vragen aan... Frans Coevert

Algemeen

Frans Coevert (56) staat erom bekend dat hij altijd klaarstaat voor een ander. Als hij zich niet inzet voor de MAB-Club of de organisatie van de samengestelde wedstrijden voor paarden, is hij in zijn schuur een klusje aan het opknappen voor vrienden of familie. In een vorige aflevering sprak Etienne van Bennekom zijn waardering hiervoor uit. Hoog tijd om deze man ‘achter de schermen’ zelf eens op de voorgrond te plaatsen. 

Wie is Frans Coevert?

“Ik ben geboren in Den Burg maar woon al ruim vijfendertig jaar met veel plezier in Oudeschild. Mijn vrouw Ageeth Vonk en ik hebben samen twee prachtige dochters: Sharon en Joyce. Sharon is verpleegkundige en woont op Texel. Joyce is accountant en woont in Amsterdam. We zijn er ontzettend trots op, hoe onze meiden het doen in het leven. Ik ben inmiddels 19 jaar werkzaam bij TESO. Niet als kapitein, zoals Etienne vertelde, maar als eerste stuurman.”

Wat vind je leuk aan je werk? 

“Het is een bijzondere baan bij een mooi én modern bedrijf. Het werk is uitdagender dan je denkt. Allereerst ben je als vaarploeg verantwoordelijk voor alle passagiers en een schip van 56 miljoen euro. Ten tweede heb je elke overtocht te maken met de elementen van buiten af, de stroming en de wind. De stroming verandert met het uur en wind kan zomaar uit het niets opsteken. Bij windkracht 8 tot of 10 worden er motoren bijgestart en klappen de pk’s om je oren. Er is dan ook een enorme hoeveelheid power nodig om het schip tegen de wind en het tij in te brengen. En dan hebben we ook nog te maken met de scheepvaart, want wat mensen zich vaak niet realiseren is dat we elke overtocht een snelweg voor de scheepvaart oversteken.”

 Heb je altijd een carrière ‘op zee’ geambieerd? 

“Hoewel ik al vrijwel mijn hele leven in de scheepvaart werk, is dat eigenlijk puur toeval geweest. Ik heb LTS Metaal gedaan. Zo kwam ik terecht bij het scheepsreparatiebedrijf van Hans Boom. Daarna ben ik gaan werken als kokkelvisser bij Albert Schagen, zijn broertje Willem Anton en vader Dirk. Een ontiegelijk mooi vak waarvan ik dacht het tot mijn pensioen te kunnen doen, maar helaas mocht dat niet zo zijn. In mijn vijftien jaar als kokkelvisser heb ik ook mijn groot vaarbewijs-radar en marifoon papieren gehaald. Toen met het idee om misschien ooit zelf op een kotter te varen. Nadat de kokkelvisserij ophield kon ik dankzij mijn vaarbewijs en andere papieren snel aan de slag bij TESO als stuurman. Een geluk bij een ongeluk.”

Doet het pijn dat het slecht gaat met de visserijsector? 

“Het is doodzonde. Ik heb de teloorgang van dichtbij meegemaakt. Toen ik bij Hans Boom werkte, lagen de kotters vier rijen dik in de haven. Dat kun je je nu niet meer voorstellen. Zo zonde. De Texelse vloot was jarenlang enorm sterk. Er werd grof geld geïnvesteerd in innovatie. En dan is het een hard gelag als je nu ziet dat vissers die van een uitkoopregeling gebruiken maken niet alleen hun quotum en licentie moeten inleveren, maar ook hun schip naar de sloop moeten brengen. Ik vind het verschrikkelijk.”

Hoe komt een zeeman bij de paardensport terecht? 

“Mijn vrouw en dochters zijn gek van paarden. Ik ben zelf jarenlang achter de schermen actief geweest bij de bouwploeg van de samengestelde wedstrijden (SGW). Hoe dat precies zo gekomen is weet ik niet meer precies. Sinds dit jaar ben ik samen Sandor Mantje en mijn dochter Sharon initiatiefnemer van een nieuwe stichting die de samengestelde wedstrijden organiseert. Ik ben trots op alle vrijwilligers én het Texelse bedrijfsleven, die ervoor hebben gezorgd dat dit unieke evenement ook dit jaar een succes is geworden. Ik krijg daar zelf ook ontzettend veel energie van.”


Wat is je favoriete plek op Texel? 

“Wat ik heel erg van kan genieten is als ik ’s morgens vroeg op de brug van één van de TESO-schepen aan het werk ben en de zon zie opkomen. Dan heb ik een bak koffie in mijn hand en geniet ik van het fantastische uitzicht. Dan voel ik me enorm bevoorrecht met zo’n mooie werkplek.”

Waar word je blij van? 

“Ik kan niet stilzitten, ben vrij handig en houd van klussen. Dat is een gevaarlijke combinatie, omdat vrienden en familie je dan altijd weten te vinden als er iets gerepareerd moet worden. Maar dat doe ik graag. Ik word er heel blij van als ik een ander kan helpen.”

Wat is je favoriete vakantiebestemming?

“Ageeth en ik zijn niet van die vakantiegangers. Met een strandvakantie doe je mij sowieso geen plezier, want ik ben graag bezig. Wintersport vinden we allebei wél heel leuk. We gaan graag naar Saalbach-Hinterglemm in Oostenrijk.”

Heb je een voorbeeld in je leven? 

“Mijn vader stierf toen ik nog vrij jong was en daardoor heeft mijn moeder, Connie Coevert, haar vier kinderen voor een groot deel alleen moeten opvoeden. En dat heeft ze fantastisch gedaan. Ik heb twee zussen en een broer en hoewel we de deur niet bij elkaar plat lopen zijn we een hechte familie. Ageeth en ik hebben onze dochters ook een gedegen opvoeding gegeven, een beetje naar mijn moeders voorbeeld. Tegenwoordig vindt men dat misschien ouderwets, maar ik vind het belangrijk dat je kinderen niet te veel in de watten legt en ze al vroeg verantwoordelijkheden bijbrengt. Toen onze meiden 9 en 10 jaar oud waren, wilden ze dolgraag een pony. Die kregen ze ook, maar wel met de voorwaarde dat ze die dan ook elke dag moesten verzorgen. En dat hebben ze gedaan.”

Wie nomineer je voor een volgende aflevering?

“Leonie Van Schaik. Ik ken haar uit de paardensport en we zitten bij elkaar in het bestuur van de SGW. Een vrouw die van aanpakken weet. Leonie is eigenaar van Hoeve Consensus op Akenbuurt waar ze een pensionstal runt. Zo heeft ze van haar hobby haar werk gemaakt; hoe mooi is dat!”

Tekst & foto: Pepijn Dros