Afbeelding

Eilanders onder elkaar (120)

Eilanders onder elkaar Eilanders onder elkaar

Over zwemmen in een groot meer zonder land in zicht. Elisabeth begaf zich voor het eerst sinds lang weer eens in de hoofdstad en dat werd een herinneringstocht. Ook Henk heeft in de Amsterdamse binnenstad wat voetstappen liggen.

Henk,

Vorige week was ik voor het eerst in tijden weer eens in Amsterdam. Het was een nogal spontane actie. Ik was er samen met Lucas om Prasath af te zetten. En die zei: “Waarom neem je Lucas niet mee naar het Nemo?” Dat leek me best wel een goed idee, aangezien hij op het moment de halve dag vragen aan het stellen is. Zoals: “Waar wordt appelsap van gemaakt?”, “Waar worden bananen gemaakt?” en “Gaat het water uit het bad naar de zee?” Ik heb alleen geen idee of hij er iets van begrijpt als ik het hem uitleg. En op de helft van zijn vragen weet ik eerlijk gezegd ook het antwoord niet.

Het Nemo leek me dus best een leuk idee. Maar ik was natuurlijk niet zo goed voorbereid en had me niet gerealiseerd dat je daar een tijdslot voor moet reserveren in de herfstvakantie. Dus we stonden daar voor de deur en werden vrolijk weer weggestuurd. Lucas had ondertussen al vierentwintig ‘vouwenbussen’ langs zien komen en zeurde alleen maar dat hij in de tram wilde en in de bus. Dus dacht ik: ‘Dat is net zo makkelijk’.

We zijn dus heel Amsterdam rondgetoerd, in de tram en de bus, en hebben nog een bootje genomen over het IJ. Dat was voor mij een heel vreemde ervaring. Ik heb in totaal zeven jaar in en Amsterdam en Amstelveen gewoond. Het was voor mij een grote nostalgische tocht. Ik voelde me ineens heel erg oud. Een vriendin van mij zei, toen ik haar dat vertelde: “Het bezoek aan een plek waar je hebt gewoond, is net als tijdreizen.” En zo voelt het ook wel, alleen dan is het op een bepaalde manier heel erg leeg. Want de mensen zijn er niet meer en de plekken zijn net allemaal even anders dan vroeger.

Nou is het ook nog zo dat het Nemo vlakbij het conservatorium is, waar ik jaren heb gestudeerd en ook al heel lang niet meer ben geweest. Je kunt daar niet meer zo binnenlopen, maar ik kon wel even door het raam gluren. Dat was echt heel vreemd.

In de periode dat ik daar studeerde, had ik twee beste vriendinnen die ik op het moment weer heel veel spreek. En we zitten alle drie een beetje in een fase waarin we niet weten waar we naartoe gaan. Een soort limbo, voordat het leven hopelijk een stuk duidelijker en leuker wordt. Soms heb ik het idee dat ik aan het zwemmen ben in een enorm meer en ik heb geen idee wanneer er weer land aankomt. Ik weet wel dat ik vooruitga, maar waar ik in godsnaam naartoe ga en wanneer ik daar aankom, geen idee…

Groeten, Elisabeth

Elisabeth,

Voor mij is het ook alweer een tijdje geleden, dat ik in Amsterdam was, uitgezonderd nu en dan een bezoek aan een zeker voetbalstadion, maar dat staat ver buiten de stad. In het centrum zou ik je langs een aantal leuke kroegen kunnen leiden, want ik ben daar wel enige tijd ‘met vaste onregelmaat’ geweest. Voorheen gingen we vaker naar de hoofdstad. De dames om te winkelen, de heren om in een café af te wachten tot welke aankopen dat had geleid. De laatste tijd lijken we er wel niet meer toe te kunnen komen.

Ik kwam in het verleden wel in Amsterdam voor mijn werk. De Wieringer Courant is van de Telegraaf geweest en daar moest ik dan wel eens zijn voor een cursus, vergadering of wat dan ook. Het kantoor staat op een groot industrieterrein bij het station Sloterdijk. Toen ik er eind 1979 ging solliciteren was het een en al leegte eromheen, maar gaandeweg werd het gebied volgebouwd met betonnen blokkendozen en daardoor zie je het Mediahuis, zoals het tegenwoordig heet, nauwelijks meer vanaf de ringweg. Zo boeiend is die omgeving op zichzelf niet, maar de Amsterdamse connectie leidde ook wel eens tot een feestje in de binnenstad. Zodoende weet ik daar de weg een beetje. Ik heb er ook leuke herinneringen aan. Bijvoorbeeld aan een optreden van de legendarische Manke Nelis en ook van Bolle Jan, de vader van René Froger.

Zoals je weet ben ik als instrumentenslager geen conservatoriummateriaal, maar ik ben er wel eens binnen geweest. Volgens mij was het gebouw toen net klaar en was er daarom open dag. Het kan zijn dat jij er toen, op die zondag, ook rondliep. Mogelijk heb ik je er zelfs horen spelen, zonder te weten dat we elkaar ooit zouden tegenkomen. Maar ja, wie is het gegeven, de toekomst zo in detail in te schatten? Je kunt globaal een plan hebben, maar waar je uiteindelijk terechtkomt in de stormen des levens is veelal in nevelen gehuld.

Na mijn incident van drieënhalve maand geleden – zo lang is het alweer terug dat mijn hart begon te haperen – zul je begrijpen dat ik er wat meer over ben gaan nadenken. Over tweeënhalf jaar ben ik aow-gerechtigd. Tot voor kort kon ik me niet voorstellen, niet meer te zullen werken en ik verlangde er zeker niet naar te stoppen. En ik vind ik ook nog steeds leuk op jouw eiland – begrijp me niet verkeerd – maar daar ga je na zo’n avontuur toch wel een beetje anders over denken. Er is meer dan werk en het kan best zijn dat ik ook na 30 mei 2025 iets wil blijven doen, maar dan is het wel fijn dat het niet meer zo nodig hoeft.

Groeten, Henk