Badpack


‘Jullie zijn Engels aan het leren? Waar gaat de happy family naar toe dan? Gaat de reis volgend jaar naar Amerika? Naar Engeland misschien. Of Malta. Australië. Canada? Nou, we geven het op. Zeg het maar.' ‘Je had het bijna goed. Bijna. We gaan naar een idyllisch eiland. We gaan naar Texel!'

Wen er maar vast aan. Volgend jaar is de voertaal op Texel Engels. De enorme personeelstekorten in de horeca kunnen alleen verzacht worden door karrenvrachten werknemers uit Oost-Europa naar het eiland te halen. Die arbeidsmigranten zorgen ervoor dat uw biertje snel en koud geserveerd wordt. Natuurlijk vinden zij het prettig als u een woordje Pools of Oekraïens tegen ze spreekt, maar dat zal er wel niet inzitten. Het belangrijkste is natuurlijk dat u ze met respect behandelt. Respectvol. Als zij er niet zouden zijn, zat u nu op een houtje te bijten. Die migranten gaan ongetwijfeld hun best doen een paar woorden Nederlands met u te wisselen. Dat zal niet meevallen want onze taal is beremoeilijk. Lees maar eens een paar regels uit het volgende gedicht: ‘Men spreekt van één lot en verschillende loten, maar het meervoud van pot is natuurlijk geen poten. Zo zegt men ook altijd: één vat en twee vaten, maar zult u ook zeggen één kat en twee katen? Laatst ging ik vliegen, dus zeg ik vloog, maar zeg nu bij wiegen beslist niet ik woog.’

Als tussenoplossing doen we allemaal wat water bij de wijn door steenkolenengels te gaan spreken. En dat valt niet mee hoor. ‘Have you hunger?’ vraagt de bediende, nadat hij zei: ‘I hate you welcome.’ Jij antwoordt: ‘No I have it cold and durst.’ Dan moeten ze maar weten wat je bedoelt, maar geen nood: ‘I always get my sin.’ Laatst was ik in een modewinkel en daar had ik geluk. I fell with my nose in the butter, want de klant vroeg om een badpack. Waar Annie een hekel aan heeft zijn van die snobs die aan de whisky zitten te lurken en denken dat ze alles kunnen maken. Zij zijn van the old boys raisinbread. En dan denken ze dat ze leuk zijn als ze met twee vingers in de lucht commanderen: Four bier, said de woedhekker. Wat een lol.

Maar zolang het nog behelpen is in de horeca, wordt er van ons verwacht om geduld te hebben. Het is niet anders. En wat is er erger? Zeven minuten wachten op je wijntje of zeven maanden wachten op een noodzakelijke operatie? Dan is de keus niet moeilijk. ‘Momentje, mijn collega komt er zó aan’, hoorde je vroeger. Nu denk je: ‘Was het maar waar!’ Maar hoe dan ook: geniet van het leven. Het duurt maar even.