Afbeelding

Dit artikel is geschreven door
Henk Cornelissen

Eilanders onder elkaar (100)

Column: Eilanders

Wekelijks schrijven onze redacteuren Elisabeth Waverijn en Henk Cornelissen elkaar een brief in de vorm van een tweespraak tussen twee eilanden. Elisabeth woont op Texel, Henk op Wieringen. Dit begon aan het begin van de coronacrisis, toen ze tot thuiswerken werden gedwongen en er wat gaten in de krant vielen door de sluiting van bedrijven, musea en dergelijke. Vandaag de honderdste aflevering van de dubbele column.

Henk,

Op 26 maart 2020 vond een zeer belangrijke gebeurtenis plaats, in de geschiedenis van Texel dit Weekend. De editie met de eerste aflevering van onze column kwam uit. We stonden toen aan het begin van de coronacrisis. Ik schreef nog dat ik hoopte dat het virus binnen een paar maanden over zou waaien en jij hoopte dat met mij mee. Ik vind het wel toepasselijk dat we, juist nu de laatste maatregelen zijn losgelaten, zijn toegekomen aan een belangrijke mijlpaal. Dit is namelijk onze honderdste aflevering! Het leek me een mooi moment om even terug te kijken naar wat er allemaal is langsgekomen in die negenennegentig columns.

In de afgelopen twee jaar hebben we flink wat onderwerpen aangekaart. Zo heb ik aardig wat meegekregen van jouw vogelkennis en is ook de coronavink toegevoegd aan de korte lijst met vogels die ik ken. We weten ondertussen veel over elkaars muzieksmaak en ik weet dat ik niet bij je hoef aan te komen met urenlang geneuzel over musicals. We hebben uitgebreid geklaagd over de eindeloze lockdowns, coronamaatregelen en wappies, maar het ook over voetbal, politiek en ons werk gehad. Serieuze onderwerpen zijn we evenmin uit de weg gegaan; daar ben ik heel erg blij om. En natuurlijk hebben we heel veel grappige, leuke, vreemde en minder gezellige herinneringen gedeeld, waardoor we elkaar en de lezers een kijkje hebben gegeven in ons leven.

Als ik herkenbaar over straat ga, krijg ik bijna wekelijks een opmerking over de leuke stukjes die we schrijven. Het heeft wel even geduurd voordat ze jou konden onderscheiden van Andere Henk. Maar ook dat gaat steeds vaker goed! Het was voor jou vast niet makkelijk, in deze periode binnen te komen bij een nieuw bedrijf, op een ‘nieuw’ eiland. Als iedereen thuiswerkt kun je je klanten en collega’s moeilijk leren kennen. Maar volgens mij is dat allemaal wel goed gekomen ondertussen.

We hebben nog genoeg leuks om naar uit te kijken. Zo ben ik erg voor het opzetten van een bedrijfsband en is het weer tijd voor wat spelletjesavonden, feestjes en barbecues. Die waren namelijk vrij schaars in de afgelopen jaren. Te danken aan dat stomme virus.

Ik vind het best wel bijzonder dat we dit op deze manier hebben opgezet, dat we er allebei lol in blijven houden en dat mensen het ook nog leuk vinden om te lezen! Een goed idee van jou, Henk! Op naar de volgende honderd!

Groet, Elisabeth

Elisabeth,

Jij ook gefeliciteerd! Mijn idee voor deze column komt uit de tijd dat de Wieringer Courant een kantoor deelde met de huis-aan-huiskranten in de Noordkop. Een van de redacteuren van het Schager Weekblad was door een spierziekte aan huis gebonden. Hij wisselde zijn beschouwingen per e-mail uit met de collega op kantoor. Soms mocht ik voor een van beiden invallen. Toen hier ‘door de corona’ wat gaten in de krant vielen, leek het me aardig zo’n column te beginnen.

Mijn entree aan de Binnenburg was een déjà-vu. Het pand deed me sterk denken aan mijn begintijd bij de Wieringer Courant. Die was destijds gevestigd in een voormalig woon-winkelpand. Boven ontwikkelde ik foto’s in de badkamer van de laatste bewoners. Tussen het kantoor en de zetterij zat de redactie in een gangetje bij de keuken, waar om de haverklap mensen tussen de bureaus door stoven of stonden te ruziën. Daar leerde ik mij af te sluiten van de rest van de wereld, want de drukpers wacht op niemand.

Een nieuw eiland? In mijn tienerjaren had ik vier seizoenen achtereen een vakantiebaantje in De Koog. Ook toen voelde ik me al snel thuis, als ‘big tussen de skéépe’. Gelukkig liggen de dorpen nog op dezelfde plek als 45 jaar geleden. Met een paar Texelaars van die tijd heb ik al contact gehad, ook met twee eilandbewoners die mijn ouders nog hebben gekend, toen ze op de kweekschool in Den Helder zaten (‘Ben jij van…?’). Dat vond ik heel leuk.

Door de corona was het inderdaad lastig er goed in te komen. Dat ik Henk heet maakte het bellen vanaf mijn eiland ook wel weer gemakkelijk. Er zijn mensen op jouw eiland die niet weten dat Andere Henk van achteren Slikker heet. Zij vroegen zich kennelijk ook niet af hoe die aardige Heldersman-van-origine ineens aan die Wieringer tongval was gekomen. Maar het is waar, op afstand bouw je moeizaam een werkrelatie op. Gelukkig zijn er communicatiemiddelen waardoor je zelfs vanaf de maan bijdragen aan deze krant zou kunnen leveren. Maar we zien de mensen graag, om het op zijn Vlaams te zeggen. Dus is het goed dat de contacten weer een beetje normaal zijn geworden.

Een bedrijfsband zou zeker leuk zijn, zeker gezien de muzikale vaardigheden van onze kersverse TC-collega’s. Heb alleen niet al te hoge verwachtingen van de mijne. Ik heb jou al eens horen spelen en dat niveau tik ik nog in geen duizend jaar aan. Nou ja, we zien wel. Ik vind alles best, als ik de laatste boot maar haal!

Groet, Henk