Dirk Vinke, Arie Blom en Hank Witte (v.l.n.r.) bij een gerestaureerde Massey Ferguson
Dirk Vinke, Arie Blom en Hank Witte (v.l.n.r.) bij een gerestaureerde Massey Ferguson Foto: Henk Cornelissen

Museum Waelstee

Waelstee is weer open. Dinsdag zwaaiden de deuren van het cultuurhistorisch museum open voor een nieuw en nu, hopelijk, ook volledig seizoen. Er ging nog wel iets aan vooraf, deze keer. De lang verbeide lift werd officieel in gebruik genomen. “Daardoor is de bovenverdieping ook bereikbaar geworden voor bezoekers en vrijwilligers, die wat minder goed ter been zijn. Die moesten maar raden wat daar stond”, zeggen penningmeester Dirk Vinke en de rondleiders Arie Blom en Hank Witte (van links naar rechts op de foto). Van maart tot en met oktober is het museum geopend.

Er wordt dit jaar gehoopt op tienduizend bezoekers. Die kans zit er wel in, denken de drie vrijwilligers. “Vorig jaar waren we pas vanaf 15 juni open en zijn er achtduizend mensen geweest. De negenduizend halen we zeker”, klinkt het overtuigd. De beperkte openingsduur, als gevolg van de coronamaatregelen, maakte het onnodig dit jaar een nieuwe tijdelijke tentoonstelling in te richten. Wel is er hier en daar wat verschoven. De tentoonstelling over de watersnoodramp heeft een andere plek gekregen en door de plaatsing van de lift kon één van de twee trappen worden weggehaald, waardoor op de bovenverdieping wat meer ruimte is ontstaan. De plaatsing van de lift is financieel mogelijk gemaakt door sponsoring van het Texelfonds, de Rabobank, de stichting Samen Eén Texel en de Piusstichting.

Exposities

Naast de vaste collectie zijn er meerdere exposities te bewonderen. In het voorhuis hangen schilderijen van Texelse boerderijen. De expositie ‘Van vlas tot linnen’ toont de historie van de vlasteelt, die naar Texel kwam door de immigratie van Zeeuwse boeren, na de drooglegging van de polders Eierland, Het Noorden en Prins Hendrik. Er staan machines en gereedschap waarmee het vlas werd geoogst en bewerkt, naast fraai linnenwerk; het eindproduct. Ook wordt hier aandacht geschonken aan de meekrapteelt. Meekrap was een gewas dat werd geteeld voor de rode stof waarmee textiel en leer werden gekleurd. “Het was een driejarige teelt van een plant die niet winterhard was, dus na een vorstperiode kon je het treffen dat je geen oogst had. Maar als je een goede oogst had, kon je weer drie jaar vooruit. Toen de kleurstof synthetisch kon worden aangemaakt, was het met deze teelt gebeurd”, weten de beide rondleiders. Bij de desbetreffende apparatuur staat een opengewerkt schaalmodel van de meekrapfabriek.

Geschiedenis

Museum Waelstee heeft de beschikking over 1500 vierkante meter vloeroppervlak, onderverdeeld in meerdere zalen en een boerderijtje waarin een goede indruk wordt gegeven van het leven op het eiland rond 1900. Bij dat alles is veel aandacht voor de rol van de vrouw op de boerderij. "De vrouw was vroeger in feite de beste knecht van de boer", zegt Hank Witte. Wat opvalt zijn de vele beeldschermen met videopresentaties. In de grote zaal staat een spectaculaire verzameling van koetsen en andersoortige wagens. Het museum begon in 1963 als Wagenmuseum. De naam is afgeleid van een boerderij die bij een wiel stond; een meertje dat was ontstaan door een dijkdoorbraak, waar weer een dijk omheen werd gelegd. In 1973 werd het uitgebreid met agrarische voertuigen en werktuigen en omgedoopt tot Agrarisch en Wagenmuseum. Na een volgende uitbreiding, in 2006, werd de naam Cultuurhistorisch Museum Texel, maar dat vonden de betrokkenen toch een hele mondvol. De stichting die voor het museum werd opgericht, heeft die naam nog steeds, maar sinds 2018 hebben we het hier over Museum Waelstee. Geheel gerund door vrijwilligers, veelal met een agrarische of ambachtelijke achtergrond. “We hebben drie timmermannen in de ploeg en mensen met technische kennis, dus veel kunnen we zelf doen. Alleen hebben we de lift toch maar door een bedrijf laten plaatsen", lacht het drietal.

De vrouw was vroeger in feite de beste knecht van de boer - en daarom wordt hier aan haar rol veel aandacht besteed

Vrijwilligers

Het museum draait op een dertigtal vrijwilligers. “Dat zijn er wel eens meer geweest, wel in de vijftig, maar de meesten van ons zijn van gevorderde leeftijd en zullen op een gegeven moment moeten stoppen. Onze grootste zorg is dat weer aangevuld te krijgen. Dat gaat moeizaam, maar dit is een leuke vrijetijdsbesteding. Het zou mooi zijn er weer wat mensen bij te krijgen die, bijvoorbeeld, mee willen draaien in de smederij, om dat ambacht te leren en uiteindelijk de demonstraties over te nemen”, vertellen onze drie gesprekspartners. De gemiddelde vrijwilliger is per week een halve dag beschikbaar voor werk aan de kassa of als rondleider. Daarbij wordt veel praktische kennis van weleer met de bezoekers gedeeld en dat wordt erg gewaardeerd. Soms heeft een bezoeker ook zelf iets te melden uit de tijd van zijn of haar grootouders. En de verhalen worden doorspekt met grappige anekdotes uit het leven van markante Texelaars. Op eigen houtje het museum verkennen, dat mag natuurlijk ook. Bij de kassa wordt gevraagd of een rondleiding op prijs wordt gesteld. Groepen kunnen van tevoren een rondleiding aanvragen.

Demonstraties

Museum Waelstee is van dinsdag tot en met zaterdag geopend van 10.00 tot 17.00 uur en op zon- en feestdagen van 13.30 tot 17.00 uur. Er zijn in de zomermaanden allerlei demonstraties, die worden aangekondigd op de website. Op dinsdag- en woensdagmiddag is de smederij in werking, van twee tot vier uur. Er is een museumwinkel met Texelse producten en er staan tafeltjes waaraan een kopje koffie of thee, dan wel frisdrank kan worden gedronken met een Texelse koek. De energievoorziening is verduurzaamd in de vorm van 48 zonnepanelen, mogelijk gemaakt door een subsidie van de provincie. Er is een oplaadpunt voor e-bikes en op loopafstand kan de auto worden geparkeerd.

Museum Waelstee
Hogereind 6, De Waal
T: (0222) 312951
E: secretaris@cultuurmuseumtexel.nl
I: www.cultuurmuseumtexel.nl


Tekst en foto: Henk Cornelissen