Een Polydora websteri boort zich door de schelp van een Japanse oester. (Fot
Een Polydora websteri boort zich door de schelp van een Japanse oester. (Fot

Boorworm die oesters plaagt wordt een blijvertje

Laatste nieuwsberichten
In oktober 2014 werd voor het eerst vermoed dat de parasitaire worm Polydora websteri in de Waddenzee was opgedoken. Dat vermoeden is nu bevestigd; de worm, waarschijnlijk afkomstig uit de Stille Zuidzee, is gearriveerd in Europese wateren, meldt het op Texel gevestigde Koninklijk Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee (NIOZ).

Onderzoekers van het NIOZ en het Duitse Alfred Wegener Institute (AWI), publiceren in het wetenschappelijk tijdschrift Marine Biodiversity dat ze de schelpenborende worm in oesters bij Sylt en Texel hebben aangetroffen en verwachten dat de worm al veel wijder verspreid is.

Oesters onverkoopbaar
Polydora websteri is een bekende ‘onruststoker’, die gaatjes maakt in de schelp van oesters en daarbij zwarte blaren veroorzaakt. Aangetaste oesters zijn hierdoor in het wild kwetsbaarder als prooi en onverkoopbaar voor menselijke consumptie. “De worm manoeuvreert zich tussen de buiten- en de binnenwereld van de oester”, legt NIOZ-onderzoeker David Thieltges uit. “Strikt genomen is hij geen parasiet, omdat hij het oesterlichaam zelf met rust laat. Maar doordat de worm de schelp wel beschadigt, moet de oester veel energie steken in de reparatie van zijn omhulsel waardoor hij verzwakt raakt. Wilde populaties van de Japanse oester, exoten die in de jaren ’70 en ’80 zijn geïntroduceerd in het ecosysteem van de Waddenzee, waren tot nu toe goed bestand tegen roofdieren. Deze worm kan dat veranderen. Zwakke oesters met zachte schelpen zijn voor krabben en vogels makkelijkere prooien. Op de lange termijn kan dit zelfs een verschuiving veroorzaken in het ecosysteem.”

Import
De worm kan dus een groot probleem gaan vormen voor de oesterkwekerij, terwijl hij waarschijnlijk in eerste instantie ook is geïntroduceerd door de kwekerijen zelf. “Een groot deel van de invasieve soorten komt ons mariene ecosysteem binnen via de import van commerciële soorten en het vervoer van gekweekte individuen tussen de verschillende kweeklocaties. De lievelingsgastheer van de boorworm is de Japanse oester die wereldwijd wordt verhandeld en gekweekt. Als de oester internationaal wordt verplaatst, dan reist de worm onbedoeld als verstekeling mee”, aldus Thieltges. Hij en zijn AWI-collega Andreas Waser, vonden de eerste Polydora websteri in de onmiddellijke omgeving van een kwekerij, die jonge oestertjes importeert uit een ‘creche’ in Zuid-Ierland. Hun reisroute illustreert het mondiale karakter van de handel in oesters. “Deze locatie, waar de worm voor het eerst is aangetroffen werd ook geplaagd door de grootste concentratie aan wormen. We vermoeden dat de komst van de worm in de noordelijke Waddenzee verband houdt met de import van oesters”, aldus de beide wetenschappers.

Verdere verspreiding
Nu de invasieve soort is geïntroduceerd kan hij zich verder verspreiden als larfje of bijvoorbeeld meeliften op scheepsrompen. Dat kan verklaren hoe het komt dat de worm is gevonden in de Mokbaai, waar geen oesterkwekerijen zijn. Thieltges benadrukt dat het onwaarschijnlijk is dat de Texelse wormen van het 500 kilometer verderop gelegen Sylt gekomen zijn en vermoedt een andere oorsprong. “Een mogelijkheid zou kunnen zijn dat de wormenlarven, die we in de Nederlandse Waddenzee vinden, uit Zeeland zijn gekomen waar wel commercieel oesters gekweekt worden. Maar het team moet nog onderzoeken of de worm al in Zeeland is. Wat nu moet gebeuren is monsters nemen en genetisch onderzoek doen in Nederlandse en andere Europese wateren om de herkomst en verspreiding van de worm in kaart te brengen. We weten nog niet precies waar hij vandaan komt, maar wat we wel weten is dat hij hier is en dat hij zich waarschijnlijk zal blijven verspreiden.”
Blaren veroorzaakt door de boorworm Polydora websteri. (Foto: Dagmar Lackschewitz)