Afbeelding

Eilanders onder elkaar (138)

Column: Eilanders

Onze redacteuren Elisabeth Waverijn en Henk Cornelissen schrijven elke week een column in de vorm van een tweespraak tussen twee eilanden. Elisabeth is Texelse, Henk woont op Wieringen. Ze zitten allebei ook nog eens in de muziek. Elisabeth beroepsmatig, Henk voornamelijk voor zijn geestelijk welzijn. En ook in die sector is genoeg te beleven.

Henk,

Het is voor mij een drukke week, wat muziek betreft. Zaterdag begeleid ik twee koren op de Korendag in de Maartenskerk in Oosterend. En maandag sluiten Lauri en ik twee cursussen af met een spetterende presentatie in de kerk in De Waal. Zoals je je kunt voorstellen was het dus een drukke maand, omdat dat allemaal voorbereid moest worden. Jij hebt deze maand je muzikale debuut op Texel gemaakt! Hoe was dat?

Om even bij te komen van de drukte, heb ik komende maand een wat minder volle agenda. Daar kijk ik wel naar uit! Maar er staan in mijn agenda wel weer aardig wat feesten en partijen. Een aantal van mijn vrienden hebben bedacht dat het nu tijd is om te gaan trouwen en/of kinderen te krijgen. Ik ben gek op bruiloften en baby’s, dus dat komt goed uit. Afgelopen zondag mocht ik mee bij een pasafspraak van de jurk van een vriendin. Ik vond het heel bijzonder om dat mee te maken. Ik houd het ook niet droog bij dat soort momenten, eerlijk gezegd.

Op haar bruiloft mag ik met een andere vriendin de muziek verzorgen tijdens de ceremonie. Het spelen tijdens een bruidsceremonie vind ik ook iets magisch hebben. Ik heb het ook wel eens gedaan bij mensen die ik niet ken en dat heeft ook iets heel speciaals. Dat je voor onbekenden iets mag bijdragen aan dat onvergetelijke moment.

Eén voordeel van gescheiden zijn, vind ik dat ik nog een keer kan trouwen. Over mijn eerste bruiloft was ik nooit helemaal tevreden, over dat huwelijk kan ik datzelfde ook wel zeggen. Ach ja, ik moet toch een beetje een artiestenleven leven als ik wil beweren dat ik een kunstenaar ben. Het klinkt misschien hopeloos optimistisch, maar ik weet nu precies wat ik niet wil en ik heb er vertrouwen in dat ik het volgende keer goed ga doen. Nu kan ik bij al mijn vrienden afkijken hoe zij hun bruiloft organiseren, dus dat is heel fijn! Ik heb ook al twee keer mogen getuigen op bruiloften en ga nu mijn derde vrijgezellenfeest organiseren. Dus het is maar beter ook, dat ik gek ben op bruiloften.

Als ik niemand kan vinden om mee te trouwen, dan trouw ik wel met mijn vleugel. Om nog even een gênant moment uit mijn eigen verleden naar boven te halen… Dit vertelde ik namelijk vijftien jaar geleden aan een journalist die iets over mij schreef voor de Texelse Courant…

Groeten, Elisabeth

Elisabeth,

Het is natuurlijk heerlijk dat je van muziek - al dan niet deels, zoals in jouw geval - je beroep kunt maken. In elk geval heb je het talent ervoor. Mij ontbreekt dat. Stel dat ik zou proberen van muziek mijn broodwinning te maken; dan zouden de muizen thuis dood voor de kast liggen. Maar het houdt me niet tegen. Voor mijn geestelijke gezondheid is het prettig af en toe eens met een gitaar op schoot, in gezelschap van twee muzikale geestverwanten, populaire liederen van weleer af te stoffen en ten gehore te brengen.

Als zodanig hadden we inderdaad – als het Wantij Trio – onlangs ons muzikale debuut op Texel. We mochten een middagje spelen in café De Zwaan, thans het proeflokaal van de Texelse Bierbrouwerij. Er waren wat Wieringers meegekomen, de op Texel wonende familie was er en tezamen met belangstellende Texelaars zorgden zij voor een volle bak en een gezellige sfeer.

Edoch, voor mij persoonlijk was het geen muzikaal debuut op jouw eiland. Rond 1990 zijn we met de Bunzingers eens opgetreden als gasten van het visserskoor in Oudeschild. Een heel gezellige avond werd het, in dorpshuis ’t Skiltje. Harry de Graaff, vermaard journalist van de Texelse Courant, schreef er een mooie, ronkende recensie over. We hadden er gelijk maar een weekendje van gemaakt. We logeerden in een stolpboerderij even buiten Den Burg. Onderweg nog even opgestoken bij de J’Elleboog. De terugkeer op ons logeeradres was nogal rumoerig.

Muziek maken op een bruiloft. Dat is prachtig, natuurlijk; zeker op je eigen huwelijksfeest, zoals die ene keer dat ik trouwde. Destijds speelde ik in de Noeverse Bietbent. Alle leden waren aanwezig, uiteraard, en ze hadden de spullen mee. We zouden een paar liedjes spelen en anderen mochten ook iets doen, als ze dat wilden. Omdat ik lekker bezig was gingen we nog maar even door. Het had in elk geval tot gevolg dat ik niet hoefde te dansen. ‘Muzikanten dansen niet’, zong Huub van der Lubbe van De Dijk al eens en zo is het. Ik mag er graag naar kijken, maar vind het vreselijk om te doen. Toch een echte muzikant, dus. Gevoel voor ritme kun je me ook niet ontzeggen, maar in zo’n situatie slingeren mijn ledematen maar wat in de rondte, zonder enige vorm van samenhang. Met mijn armen en benen zijn voor dat werk geen afspraken te maken. Ja, schuifelen, daar was ik wel goed in, in mijn tienertijd. Waarschijnlijk zal ik dat nog steeds wel kunnen, maar er zijn niet veel gegadigden meer voor, moet ik vrezen. Misschien nog een paar in het bejaardentehuis.

Groeten, Henk