Afbeelding

Eilanders onder elkaar (132)

Algemeen

Over kinderloze weekeinden, goede voornemens, niet sporten, wel spelen, een kind dat nog van alles kan worden en parachutespringen. Wekelijks schrijven onze redacteuren Elisabeth Waverijn en Henk Cornelissen een column in de vorm van een tweespraak tussen twee eilanden. Elisabeth is Texelse, Henk komt van Wieringen.

Henk,

Sinds zijn vader in Den Helder woont, is Lucas deze maand ieder weekend één of twee nachtjes bij hem. Meestal grijp ik die kans meteen aan om wilde plannen te maken aan de overkant. Maar afgelopen weekend was ik gewoon thuis. Het was Open Huis bij Artex en met de chansonnières mochten we daar ook even op de planken staan. Ik grapte al naar mijn koorleden, dat mijn huis twee dagen kleivrij was en dat ik daar wel even van genoot. Lucas is helemaal gek op kleien, maar dat spul zit dus ook echt altijd overal…

Het zingen ging goed. En ik heb ook de kans gegrepen om even iets te proberen op de cello. Er komt al wat schot in dat goede voornemen, dus. Dan kan ik die vast van mijn lijstje wegstrepen dit jaar. Wat mijn andere goede voornemens waren ben ik alweer vergeten, die hadden vast iets met sporten te maken. Je kunt wel zien waar mijn prioriteiten liggen, wat dat betreft…

Ik moet zeggen dat het huis ook wel leeg voelde, zonder Lucas. Ik heb er geen problemen mee om alleen thuis te zijn. Af en toe is dat wel lekker rustig. Maar als je bijna altijd iemand om je heen hebt die erop los kletst, dan is het ineens wel heel erg stil. Gelukkig kwam hij weer vol verhalen naar huis. Lucas was dit weekend met zijn vader kijken in de kapiteinshut op de TESO-boot. Hij vertelde dat hij wel graag in Den Helder naar school wil, om de boot te leren besturen. Zijn toekomstplannen had hij al eerder vastgelegd: “Eerst word ik buschauffeur, met een jurk aan. Daarna kapitein en daarna ga ik parachutespringen”, vertelde hij een paar maanden geleden nog. Dat laatste verbaasde me wel, want hij durft niet eens van een hoge glijbaan af. En ik heb ook geprobeerd hem uit te leggen dat je ook best wel kapitein kunt zijn en in je vrije tijd kunt parachutespringen, maar dat begreep hij niet.

Voor de kapper is meneer ook nog steeds erg bang. Ik heb me er dus maar weer zelf aan gewaagd zijn haren te knippen. Ik moet zeggen dat ik er wel wat beter in word. Hij kreeg zelfs complimentjes op school, omdat zijn haar zo netjes was. Misschien een idee voor mijn eigen toekomst; als ik het schrijven en musiceren zat ben, kan ik altijd nog een kappersopleiding doen. Parachutespringen stond vorig jaar ook op mijn lijstje. Maar goed, eerlijk gezegd ben ik ook al bang om van een hoge glijbaan te gaan. Misschien wacht ik daarmee wel tot Lucas groot genoeg is om ook te gaan.

Groeten, Elisabeth

Elisabeth,

Bij ons is al één kind uitgevlogen, naar Nijmegen om precies te zijn, en het andere woont nog thuis. Simone gaat er in de weekeinden vaak lekker op uit met medetwintigers, zoals het hoort. Dus wij zijn al gewend aan het kinderloos thuiszitten. Wat het uitgevlogen kind betreft: ook hij wilde ooit chauffeur worden, net als jouw Lucas nu. Niet op een bus, maar op een vrachtwagen en dan het liefst in de bietencampagne, waarnaar ik vaak met hem ging kijken op de Oude Zeug in de Wieringermeer, de haven waar de suikerbieten in schepen werden gestort. Maarten had toen Lucas’ leeftijd. Maar soms verandert een kind van koers. Binnenkort studeert hij af als planoloog en hij heeft als zodanig al een baan bij de provincie Gelderland.

Leuk dat je weer eens even mocht zingen met je chanteuses en fijn dat het lekker ging. Ik heb wel wat met Franse liedjes. Zaterdag mag ik het weer eens proberen met het Wantij Trio, een semi-akoestisch gezelschap dat Engelstalige muziek uit de jaren zestig en zeventig speelt, zonder de rugdekking van bas en drums. We zijn uitgenodigd door de historische vereniging van Wieringen. Het lijkt me een mooie connectie, gezien het daar gebruikelijke respect voor de geschiedenis. En volgende week doe ik als gastzanger mee aan het Top 2000-evenement in Wieringerwerf. Ik heb laatst een goede recensie gehad van de cardioloog en heb ook het gevoel dat ik het weer aankan, allemaal. Alleen zijn er nog wat nevenfuncties die ik moet laten liggen, want ik ben wat sneller moe dan voorheen en moet in dat opzicht een beetje voorzichtig blijven. Maar zingen lucht heerlijk op; ik krijg er energie van.

Een cello kun je mij overigens beter niet geven. Het lijkt me een instrument dat je met een zekere finesse moet behandelen en dat zit er bij mij niet in. Mijn gitaar, mijn toetsenbord en mijn cajón zie je terugdeinzen als ik in hun richting loop. Na een paar oefensessies zou je de stukken van zo’n strijkbout bij elkaar moeten vegen en aan elkaar moeten plakken. Met cellotape, inderdaad. Maar is een instrument bespelen geen sport? Het is op zijn minst een vorm van bewegen en wat je ermee doet klinkt al gauw beter dan het gereutel van iemand die ineens, vanuit het zalig nietsdoen, zo nodig een rondje om het dorp moest hollen.

Parachutespringen? Tja, ik heb eens iemand gesproken bij wie een springer doodviel in de tuin. Daar word je niet vrolijk van. Maar als jij dat nou niet doet, vind ik het best. Mij zul je niet meekrijgen. Ik heb al hoogtevrees als ik op de krant van zaterdag sta.

Groeten, Henk