Afbeelding

Dit artikel is geschreven door
Elisabeth Waverijn

Elisabeth Waverijn is redacteur bij Texelse Media

10 vragen aan... Rob Heijman

10 vragen aan

Deze week staat Rob Heijman in de schijnwerpers in onze ‘10 vragen aan…’ Hij werd doorgegeven door Rob Hodzelmans. “Rob zingt mee in het koortje dat ik dirigeer. Hij heeft veel gevaren en les gegeven op de zeevaartschool. Het leek me heel interessant, omdat hij veel verhalen heeft over zijn reizen.” Helaas hebben we maar ruimte om één pagina te vullen met zijn verhalen, want Rob heeft zeker veel avonturen meegemaakt!

Meer over Rob

Rob werd in 1952 geboren in Amsterdam, zijn vader werkte daar bij de gemeente. Vlak na zijn geboorte, werd zijn vader uitgezonden naar Irak, waar Rob zijn kleutertijd doorbracht. “We woonden langs de spoorlijn van Bagdad naar Basra, waar een stoomtrein een of twee keer per dag langs kwam, wat veel indruk op mij maakte. Maar bewuste herinneringen heb ik niet uit die tijd. Ik heb mijn basisschool in Nederland gedaan en wilde daarna naar de zeevaartschool, maar dat kon niet omdat ik een bril nodig bleek te hebben. Daarom heb ik de HBS gedaan en ben ik vervolgens biologie gaan studeren. Ik ben afgestudeerd aan de UvA in de bijzondere dierkunde en heb me gespecialiseerd in ongewervelde zeeorganismen.”

Kun je wat meer vertellen over je werkverleden?

“Ik kon in eerste instantie geen werk vinden in mijn vakgebied en ben reisleider geworden in Egypte en Italië. Ik heb een paar jaar op het NIOZ gewerkt en me daar beziggehouden met de secundaire productie in de Noordzee. Dat werk werd niet voortgezet en toen heb ik een postdoctorale cursus milieumanagement in Wageningen gedaan. Ik heb korte tijd bij de gemeente Texel gewerkt en ben daarna bij de Universiteit van Amsterdam terecht gekomen. Daar heb ik tien jaar gewerkt aan een biodiversiteitsproject en toen dat afliep, moest ik iets anders zoeken. Toen ben ik toch nog naar de zeevaartschool in Enkhuizen gegaan! Zo ben ik eerste stuurman op de kleine handelsvaart geworden. Dat heb ik een aantal jaren met veel plezier gedaan, daarna ben ik op de ‘grote wilde vaart’ beland.”

Waar ben je geweest op je tochten?

“Met de kleine handelsvaart ging ik heel Europa door. Portugal, Spanje, Noorwegen, Finland, de Baltische staten; ik ben in bijna elk haventje wel geweest. Maar ik werkte voor een particulier die op een gegeven moment alle Nederlanders die zij in dienst had, ontsloeg. Daar was ik niet gelukkig mee en ben direct afgemonsterd in Amsterdam. Ik ben daar in mijn werkkleding een andere rederij binnengelopen en zei: ‘Hebben jullie nog werk voor mij?’ Tien minuten later had ik een andere baan als eerste stuurman en trainingsofficier. Maar daar moest ik op de grote handelsvaart gaan varen, over heel de wereld. Daarvoor moest ik nog even een certificaat halen. Zodoende heb ik de laatste zes jaar van mijn carrière nog bijna de hele wereld gezien.”

Hoe ben je op Texel terecht gekomen?

“Dat is wel een bijzonder verhaal. Vanwege een onderzoek dat ik eerder had gedaan, werd ik gevraagd om les te komen geven aan de universiteit in Mexico. ik zou daar een marien biologisch veldstation opstarten in 1985. Dat ging mis, want er kwam een enorme aardbeving in Mexico-City en het project ging niet door. Een deel van de mensen aan wie ik lesgaf, heb ik nooit meer teruggezien. En het project van het veldlaboratorium werd gecanceld. Toen ik terug in Nederland was, kreeg ik alsnog een tijdelijke baan op het NIOZ. Dat is de reden waarom ik op Texel terecht ben gekomen en zo heb ik Chris ontmoet. Zij had al een dochter van zeven en ik kon heel goed met haar opschieten. Inmiddels heb ik twee zeer sportieve bonuskleinkinderen en dat is ook heel speciaal. Samen hebben we nog een zoon gekregen die een beetje in mijn voetsporen is getreden. Hij heeft het al verder geschopt met zijn vaarcarrière dan ik!”

Wat zijn de bijzonderste plekken waar je bent geweest?

“Ik ben op twee eilanden geweest waar geen toeristen mogen komen. Eén daarvan is Nauru, het kleinste land ter wereld. De Australische regering huurt een deel van het land om vluchtelingen te deporteren die het land niet in mogen. Wij moesten daar spullen brengen, dus mochten we erheen. Verder ben ik op Pitcairn Island geweest. Daar woont een deel van de nazaten van de Muiterij op de Bounty. Toen wij er kwamen woonden er nog 42 mensen. Er is geen haven of vliegveld, maar wij mochten er aanmeren om ruilhandel te bedrijven.”

Hoe zag je leven er uit op het schip? 

“Op de kleine vaart was ik acht weken weg en dan een paar weken thuis. Toen ik op de grote vaart werkte, was ik twee of drie maanden op reis en dan weer een paar maanden thuis. Aan boord had je vrijwel nooit vrije tijd. In de haven was je met de lading bezig, aan boord ook. Daarnaast was mijn taak aan boord het begeleiden van studenten van de zeevaartschool. Veel van die jongens moest ik aan het werk houden. Ze kwamen vers van de zeevaartschool en waren er niet aan gewend een wc schoon te maken of een verslag te schrijven. Die moesten flink achter de broek gezeten worden. Ik had vaak wel een leuke band met die jongens.”

Wat is je favoriete plek op Texel?

“Als ik naar de Hors ga, kom ik graag bij het oostelijke meertje. Daar komt bijna niemand. Het valleitje daar vind ik heel mooi, omdat er veel bijzondere plantsoorten staan. Het is weg van het toerisme, dat vind ik ook fijn.”

Wat mis je op Texel?

“Voor de theatervoorstellingen moet je naar Amsterdam of naar de Kampanje. Cultureel ben je een beetje beperkt op het eiland. Ik zou best wat vaker naar een voorstelling in het Concertgebouw willen op een zondagmiddag, bijvoorbeeld. Maar het verenigingsleven op Texel vind ik wel heel leuk. Zoals je weet zing ik in het koortje van Rob. En bij deze: we hebben nog meer mannen nodig in het koortje!”

Wat voor eten kwam je tegen tijdens je reizen?

“Ik ben een aantal keren in China geweest. Daar kreeg ik levende zeekomkommers voorgeschoteld. Dat heb ik zelfs niet geprobeerd, het zag er zeer onappetijtelijk uit. Geroosterde spinnen, daar heb ik me ook niet aan gewaagd.”

Wie geef je door als volgende gast?

“Rien Mast. Ik heb samen met hem op Spaanse les gezeten. Hij is ook iemand die een volledige carrièreswitch heeft gemaakt. Ik zou graag willen weten wat daaraan ten grondslag ligt.”

Tekst: Elisabeth Waverijn, eigen foto