Dit artikel is geschreven door
Henk Cornelissen

10 vragen aan Tim Schipper

Tim Schipper (21) is ons voor deze rubriek aanbevolen door Mick Peerdeman, dierverzorger bij Ecomare. Daar werkte Tim in het restaurant. Ze delen een grote interesse voor de natuur en komen elkaar in het veld vaak tegen. Wat Mick weet van planten, weet Tim van vogels. Dus raadpleegt de een de ander of omgekeerd, als hij iets bijzonders heeft gezien. Tim studeert in Groningen en is in de weekeinden ‘thuis’, op Texel.

Wie is Tim Schipper?

“Ik ben geboren op 25 juli 2001 in het ziekenhuis in Den Helder, maar ik ben een Texelaar. Mijn vader is Daniël Schipper en hij werkt al jaren in de Jumbo in Den Burg. Hij komt oorspronkelijk uit Middenmeer. Mijn moeder heet Corina Dijker en is een echte Texelse. Zij heeft ook lang in de Jumbo gewerkt, samen met mijn vader, maar tegenwoordig werkt ze in het zorgcentrum De Gollards. Aan de Rijksuniversiteit Groningen studeer ik ecologie en conservatie. Ik heb zeven jaar een bijbaantje bij Ecomare gehad en deed vorig voorjaar voor de provincie Drenthe vogelinventarisaties, wat ik misschien in het komende voorjaar wel weer ga doen. In de zomer leid ik vanuit het Vogelinformatiecentrum in De Cocksdorp nu en dan een excursie. In de afgelopen zomer heb ik na drie jaar mijn bachelor in de biologie afgerond en nu volg ik dus een masterstudie. Als ik daarmee klaar ben, zou ik het liefst iets aan vogelonderzoek doen. Als ik na het behalen van mijn master weer voldoende motivatie heb, zou ik daarin wel willen promoveren.”

Hoe ben je aan het vogelen geraakt?

“Ik ben dat uit mezelf gaan doen. Op vakantie zag ik allerlei vogels op een voedertafel afkomen en dat begon me te interesseren. Dan is het een privilege dat je op Texel woont. Ook mijn opa, Kees Dijker, heeft me er enthousiast voor gemaakt. Hij heeft lang bij Natuurmonumenten gewerkt en nam me vaak mee op een rondje. Ook ben ik met wat vriendjes gaan vogelen en dan word je ook steeds fanatieker. Op een gegeven moment ga je naar zeldzame soorten zoeken, niet alleen op Texel maar ook op andere plaatsen in Nederland. Dan ga je ook af op tips van anderen, het zogenaamde ‘twitchen’. Maar zelf op zoek gaan, dat vind ik het leukst. Mijn meest bijzondere ontdekking is die van een groene fitis, in 2020 in het Krimbos. Dat was het tweede geval voor Nederland en het eerste voor Texel.”

Wat is je favoriete plek op Texel?

“Dat wisselt nogal eens, maar vooral de Muy, de lange dam in de Slufter en de Hors. Die vind ik echt fantastisch, vooral in oktober, bij typisch najaarsweer. Het is prachtig als je daar dan in je eentje door de jonge duinen loopt en er duizenden zangvogels om je heen vliegen.”

Waar word je blij van en wat ergert je het meest?

“Ik word blij van buiten zijn en besef ook steeds meer hoe belangrijk dat voor me is, als ik het binnen een tijd druk heb gehad. Wat me ergert? Het zal me niet geliefd maken als ik het zeg, maar ik erger me aan loslopende honden in de natuur, als die op je afkomen. ‘Hou ze lekker aangelijnd’, denk ik dan. Op zich vind ik honden best leuk, maar in de natuur kom ik ze liever niet tegen.”

Boek? Film? Muziek?

“Behalve boeken voor mijn studie lees ik veel vogelboeken, bijvoorbeeld ‘Een bevlogen jaar’ over ‘the big year’ van Arjan Dwarshuis. Hij is een vogelaar die in een jaar tijd over heel de wereld 6852 soorten vogels heeft gezien. Ik vond het heel gaaf, te lezen wat voor avonturen hij daarmee heeft beleefd. Een favoriete speelfilm kan ik niet noemen; ik zie liever documentaires, bijvoorbeeld over de Formule 1, waarvan ik een liefhebber ben, en kijk ook wel naar series op Netflix. Mijn muzieksmaak is vrij breed, variërend van klassieke meezingers in de kroeg tot instrumentale housemuziek, die ik vaak aan heb als ik aan het studeren ben en die me in een bepaald ritme brengt.”

Waarvoor mogen we je wakker maken?

“In de zomer voor een mooie vogelsessie, bij zonsopkomst.”

Bucketlist?

“Ik ben net terug uit Oman. Met een groep van tien vrienden ben ik daar op zoek geweest naar allerlei vogelsoorten, die alleen daar voorkomen. Veel arenden en uilen, bijvoorbeeld, zoals de zwarte arend. Die zie je daar alleen in een gebergte en als je er dan eentje ziet aankomen vanuit de verte... Fantastisch! Die heb ik dus net afgevinkt. Het beviel me wel en ik zou graag meer van die reizen maken. Het lijkt me een mooi streven daarvoor alle continenten te bezoeken. Of dat lukt? Als het goed is heb heb ik nog een aantal jaartjes te gaan.”

Aan wie neem jij een voorbeeld?

“Niet aan een bepaalde persoon, maar ik heb veel respect voor onderzoekers en ik zou het tof vinden ook zelf zoiets te doen. Een passie ontwikkelen voor een bepaalde soort waarvan je alles wilt weten. Zelf heb ik die nog niet. Hoewel, de gierzwaluw vind ik de vetste soort. Een vogel die altijd vliegt, bizar grote afstanden kan afleggen en alleen neerstrijkt om eieren te leggen en te broeden. Ze zijn hier ook maar heel kort. Ze komen hier heel laat aan en gaan heel vroeg weer naar het zuiden.”

Wat zou je de mensen willen aanraden?

“Doe de dingen die je echt leuk vindt! En kijk wat meer om je heen in de natuur. Veel mensen banjeren er rond maar hebben geen idee van wat er allemaal leeft. Hoor je een vogel, luister er dan eens goed naar en zoek op wat het is. Je hoeft er niet eens voor naar het buitenland.”

Aan wie zou jij tien vragen willen voorleggen?

“Aan Thomas van der Es van Staatsbosbeheer. Hij is nu een jaar op Texel en heeft daarvoor lang in de Biesbosch gewerkt. Hij is een enthousiast natuurliefhebber, weet er heel veel van en kan dat ook heel goed overbrengen. Hij heeft vast veel te vertellen.”

Tekst en foto: Henk Cornelissen

‘Kijk wat meer om je heen in de natuur! Veel mensen banjeren er rond maar hebben geen idee van wat er allemaal leeft’