Leonie van Schaik, te midden van haar paarden: "Vooral in de coronatijd heb ik beseft hoe bevoorrecht we zijn."
Leonie van Schaik, te midden van haar paarden: "Vooral in de coronatijd heb ik beseft hoe bevoorrecht we zijn." Foto: Henk Cornelissen

Dit artikel is geschreven door
Henk Cornelissen

10 vragen aan... Leonie van Schaik

10 vragen aan

Frans Coevert nomineerde Leonie van Schaik voor deze aflevering van ’10 vragen aan’. Ze kennen elkaar uit de paardensport. Ze is een vrouw die van aanpakken weet, zegt Frans. Uit onderstaande mag het blijken.

Wie is Leonie van Schaik?

“Ik ben 38 jaar en woon aan de Akenbuurt, samen met mijn man David Tijssen. Het is bijna Ouwe Sunder, dus we zijn bijna twaalf jaar samen. Zelf heb ik geen kinderen, maar ik ben wel bonusmoeder van de 20-jarige zoon van David. Hij woont, werkt én studeert in Utrecht. David heeft ook nog twee ex-stiefkinderen uit zijn vorige relatie, van wie eentje al een babytje heeft, dus ik ben ook bonus-oma. Leuk he?”

Van wie ben je d’r ien?

“Ik ben er eentje van Rom en Marijke van Schaik uit De Waal. Ik was één jaar toen mijn ouders op Texel gingen wonen, omdat mijn vader een baan kreeg bij de gemeente. Mijn broertje en zusje, die wel op het eiland zijn geboren, zijn alweer uitgevlogen en wonen in Roermond en Amsterdam met hun gezinnen. Ik ben ook de trotse tante van twee neefjes en een nichtje. Gelukkig komen ze redelijk vaak naar Texel. Voor mij is het niet heel gemakkelijk om vaak weg te gaan, aangezien we een paardenbedrijf hebben.”

Wil je daar wat meer over vertellen?

“Er staan hier zo’n dertig paarden, waarvan vier van mezelf, en dat is soms wel een dingetje als je eens weg wilt. David en ik zijn hier komen wonen in 2012 en hebben er echt iets moois van gemaakt, al zeg ik het zelf. De plek is fantastisch, naast de manege en dichtbij het bos en het strand. David is heel handig en kan alles maken wat hij bedenkt. Dus we hebben al veel luxe op het erf; van longeerbak en stapmolen tot paddocks en mooie nieuwe stallen. Hij zet alles met veel passie in elkaar en ik maak er dankbaar gebruik van met mijn paarden. Onze pensionklanten mogen ook overal gebruik van maken. We maken echt ons paleisje van deze plek. We genieten hier volop. Ons land achter, bijvoorbeeld, is zo mooi. Daar staan ’s zomers alle paarden. Daar kan ik uren naar ze kijken. Vooral in de coronatijd heb ik beseft hoe bevoorrecht we zijn. Altijd lekker in de buitenlucht en in de weer met de paarden. Ik ben er heel dankbaar voor. Ik run de pensionstal alleen en dat is soms best veel werk. Maar we hebben een fijne groep mensen staan, die niet te beroerd zijn om te helpen en dat is heel wat waard. Twee ochtenden in de week heb ik heel fijne hulp op stal en David springt regelmatig bij met zwaarder werk.”

Heb je nog andere dingen gedaan?

“Hiervoor werkte ik bij Texelse Media. Ik heb in Alkmaar vier jaar op school gezeten voor de paardenhouderijopleiding. Daar heb ik de tijd van m’n leven gehad. Daarna dacht ik dat ik nog een vak moest leren en ben ik naar Diemen gegaan om communicatie te studeren. Maar je voelt hem al aankomen: ik had hier thuis een paard staan dat ’s avonds nog gereden moest worden. Vanuit Alkmaar ging dat prima, maar vanuit Amsterdam werd dat een grote uitdaging…”

Hoe heb je dat opgelost?

“Het paard ging altijd voor, dus de opleiding moest wijken en toen heb ik gesolliciteerd bij Maarten Koorn. Daar heb ik vijf heel leuke jaren gehad. Ik deed de advertenties van de Kabelkrant en later van Texel dit Weekend. En ik was het aanspreekpunt voor de klanten. Ik heb heel veel leuke mensen ontmoet in die tijd. Soms mis ik het wel, hoor! Als het dagen achter elkaar regent bijvoorbeeld en al m’n kleren in de was zitten door de modder”, lacht Leonie.

Wat vind je de mooiste plek op Texel?

“Een van de mooiste plekken op Texel vind ik de Hors. Als het maar even kan qua getij en weer, rij ik er met mijn paarden graag naartoe. Je kunt daar echt eindeloos galopperen en lekker door de golven banjeren. Dat is ultiem genieten.”

Wat zijn je liefhebberijen?

“Ik doe aan eventing. De paarden moeten daarvoor een goede conditie hebben en alles leuk vinden en goed kunnen. Als je dan een cross foutloos rijdt en ook nog in de prijzen valt, is dat de kers op de taart. Dat is een gevoel dat ik niet kan omschrijven. Je bent er elke dag voor bezig en tijdens het verkennen van het parcours heb je altijd wel een beetje de zenuwen. Als ze dan foutloos lopen word ik echt euforisch! Ik ben wel eens huilend een cross uitgekomen, omdat ik zo blij was en trots op wat mijn paard allemaal had gesprongen. Alleen ben ik niet meer zo fanatiek als een paar jaar geleden. Toen ging ik samen met mijn vriendin alle crossen af. Nu zoek ik een paar leuke crossen uit en niet zo ver weg meer. Ik ben ook niet meer zo fit als een paar jaar terug. Ik heb FSHD.”

FSHD?

“Dat is een progressieve, erfelijke spierziekte. Ik weet niet waar dat naartoe gaat en er bestaat niets tegen, helaas. De functie van mijn armen is al heel slecht. Die kunnen niet meer omhoog en dat bezorgt me veel pijn in nek, rug en schouders. Ik zit dit jaar tien jaar bij de brandweer, maar dat staat daardoor op een laag pitje. Veel mensen vragen ons ook waarom we zo’n groot huis neerzetten. David wilde altijd al een huis bouwen, maar dat is vanwege mijn gezondheid wat vervroegd. Met een vakantiehuis en een B&B zullen er altijd inkomsten zijn, ook als ik het niet meer red bij de paarden. Wij gaan zelf beneden wonen en alles wordt gelijkvloers. Het is een heel project; het duurt nog wel even voor we er wonen. Nu zitten we nog lekker in ons chalet!”

Waarvoor mogen we je wakker maken?

“Mij kun je ‘s nachts wakker maken voor een Big Mac en een feestje met leuke mensen en lekker dansen, daar hou ik ook van. Mijn levensmotto is ‘Carpe Diem’. Je moet nu doen wat je leuk vindt, voor je het weet kan het niet meer.”

Wie mogen we van jou tien vragen stellen?

“Glenn van Ginkel, een collega van mij bij de brandweer. Door hem zit ik erbij. Glenn is een heel gedreven persoon. Alles wat hij doet, doet hij vol passie. Hij is boswachter en bij de brandweer heel actief. Hij heeft vast iets te vertellen.”